Indische loopeenden
Het is een raar, komisch volkje: die langnekken op de boerderij. Er lopen wel een stuk of 10 Indische loopeenden. Ze zijn hier geboren en weten precies wanneer ze gevoerd gaan worden: ’s morgens om 9 uur en ’s middags rond de klok van vier uur. In hun grote buitenverblijf is een grasveldje waarop ze lekker kunnen grazen. Ganzen zijn watervogels. Daarom hebben wij gezorgd voor twee mooie zwembadjes, waarin ze, samen met grauwe gans Guus, lekker kunnen badderen.
Je mag ze nooit opjagen omdat ze zich dan niet meer veilig voelen en zomaar een ander thuis kunnen gaan zoeken. Dus laat ze maar lekker langnek-lopen.
Wetenswaardigheden
Het eerste wat opvalt aan deze eenden is dat zij niet kunnen vliegen, maar hoogopgericht rondlopen. Het typische van de loopeend is dat hij dus niet waggelt maar echt loopt.
Door de kleine vleugels komen zij niet verder dan een 60 cm vliegend van de grond. Het zijn ook geen echte zwemmers en ze hebben weinig open water nodig. Daarom blijven deze eenden dus voornamelijk “aan land”.
Hoewel ze steeds terugkeren als het etenstijd is, lopen de eendjes het liefst in grasland op zoek naar wormen, slakken en ja…ze kunnen zelfs vliegen vangen. Achter de afzetting van 80-100 cm is een mogelijkheid voor de eenden om te baden.
Je kunt veel plezier beleven aan de loopeenden. Loopeenden bereiken een leeftijd van 8-10 jaar.
De rompbouw is flesvormig en heeft weinig borst. Vrouwtjes worden ongeveer 50 cm lang en mannetjes tot 66 cm, gemeten van kruin tot staart. Ze wegen tussen de 1,4 en 2,3 kilogram. De kleur van het verenkleed varieert van bont, wit tot zwart. Mannetjes zijn te herkennen aan een kleine krul in de staart. Vrouwtjes hebben deze niet.